Submenu

Soorten uitgelicht: De zeeprik

08-04-2025 70 keer bekeken

De zeeprik is in Nederland een beschermde vissoort van de Noordzee en Waddenzee tot aan het Roerdal van Limburg. In Zeeland zijn ze beschermd in de Vlakte van de Raan, Voordelta en in de Westerschelde.

Zeeprik; een rare snuiter

De mond van een zeeprik bestaat uit een zuigschijf met tanden, ze zuigen zich hiermee vast aan vissen of walvisachtigen op zee en voeden zich met hun lichaamssappen. Ze worden gemiddeld zo’n 70 tot 90 cm groot. Hun uiterlijk is anders dan “normale vissen” omdat ze geen kaken of schubben hebben, daarbij hebben ze slecht ontwikkelde vinnen en zeven ademhalingsgaten in plaats van kieuwen. Interessant feitje is dat de zeeprik al rondzwom voor dat er dinosauriërs waren, zo’n 360 miljoen jaar geleden!

Trekvis

De zeeprik is een trekvis die eerst 4-7 jaar in zee leeft en daar na de rivieren op trekt om zich voort te planten in snelstromende rivieren. Larven van de vis scheiden feromonen uit in het water waardoor ‘volwassen’ zeeprikken hun weg kunnen vinden naar de voortplantingsgronden (paaigronden). Na de voortplanting sterven de volwassen zeeprikken, de larfjes graven zich in in de slibrijke bodem. De larven ontwikkelen zich in 6 tot 8 jaar tot een volwassen zeeprik en trekken weer naar zee. De enige paaiplaats die momenteel nog bekend is in Nederland, is in de Roer - een zijrivier van de Maas.

Kwetsbare soort

De zeeprik kwam tot en met de eerste helft van de vorige eeuw veel voor in de Nederlandse wateren., Door een verslechterde waterkwaliteit en migratie barrières (zoals stuwen en dammen) werden paaiplekken moeilijker bereikbaar en is deze soort zeldzaam geworden in Nederland. Door een verbeterde waterkwaliteit en vismigratievoorzieningen namen aantallen echter weer toe nadat een dieptepunt werd bereikt in de jaren 70, maar de aantallen zeeprik die nu aangetroffen worden zijn nog steeds aan de lage kant. Vanuit Natura 2000 beheerplannen wordt gestreefd de populatie van zeeprikken te vergroten en te zorgen dat hun leefgebied niet achteruit gaat. 

Foto: Arthur de Bruin

 

Cookie-instellingen