Drie soorten zijn talrijk in de kustzone van onze Nederlandse Noordzee. De halfgeknotte strandschelp (S. subtruncata), de ovale strandschelp (S. elliptica) en de stevige strandschelp (S. solida). Maar weet je ook welke sleutelrol dit schelpje heeft in onze Natura 2000-gebieden?
Eten en gegeten worden
Strandschelpen leven ondiep ingegraven in de zeebodem. Dat lukt het beste in gebieden met fijn zand, daar waar de temperaturen in de winter hoger blijven en er weinig stormen zijn in de perioden dat larven zich vestigen. Veilig ingegraven filtert de schelp plankton en andere kleine deeltjes uit het water. Daarmee is deze soort een zogenoemde filtervoeder. Door deeltjes uit het water te halen, zorgt het schelpdier ervoor dat het water minder troebel wordt en de waterkwaliteit verbeterd wordt.
In de wereld van eten en gegeten worden, staat de strandschelp ook weer op het menu van andere diersoorten. Zo is Spisula de belangrijkste voedselbron voor vissen zoals kabeljauw, maar ook slakken, krabben en zeesterren. Maar ook voor vogels is Spisula een waardevolle toevoeging aan het menu. Voor de zwarte zee-eend, een diersoort waar een instandhoudingdoelstelling geldt onder Natura 2000, is Spisula zelfs de belangrijkste voedselbron.
Een beschermde leefomgeving
Strandschelpen komen voor in verschillende Natura 2000-gebieden. Deze gebieden bieden de juiste omstandigheden voor de soorten om goed te gedijen. Daarnaast is bescherming van deze soort binnen Natura 2000 gebieden ook weer belangrijk om de leefomgeving goed te houden en de instandhoudingsdoelstellingen van andere aangewezen soorten te behalen, zoals de zwarte zee-eend. Door de Natura 2000-gebieden te beschermen, zorgen we ervoor dat de leefomgevingen (of habitats) behouden blijft waarin de strandschelp goed gedijt. Dat is belangrijk voor de schelpdieren zelf, maar vooral voor de soorten die direct of indirect afhankelijk zijn van deze soort voor hun voedsel.
Spisula en de visserij
Naast een belangrijke ecologische waarde, zijn strandschelpen ook commercieel van belang voor de visserijsector. Door de visserijsector wordt op het schelpdier gevist voor export naar het buitenland, of voor gebruik als aas en in de diervoerderindustrie. Zo worden de schelpdieren verwerkt tot voer voor pluimvee en viskwekerijen. Het is dus vanuit meerdere oogpunten belangrijk dat het goed gaat met de Spisula populaties. Daarom is een aantal jaren geleden een bijzonder project gestart door wetenschappers, de visserijsector en NGO’s, waarin gezamenlijk gekeken wordt naar de ruimte voor zowel visserij als natuur op de Noordzee, of specifieker: op welke manier het mogelijk is om te vissen op Spisula, terwijl de voedselvoorziening voor de zwarte zee-eend gegarandeerd blijft.
Onmisbare bouwsteen
De volgende keer dat je een schelpje oppikt van het strand, bedenk je dan dat er een hele wereld schuilgaat achter dit ‘doodnormale’ schelpje. Een schelpje dat zorgt voor het voedsel van vogels, vissen en mensen en daarmee zorgt voor bijzondere samenwerkingen. Want in dit geval geldt zeker, dat wat op het eerste gezicht alledaags lijkt, een onmisbare bouwsteen is in de natuur.
Foto: M. Faasse, Eurofins Aquasense
|