Wat er precies gemonitord wordt staat beschreven in het monitoringsplan bij de beheerplannen. Er zijn twee soorten monitoringsactiviteiten:
- Monitoring van beschermde soorten en habitats: het vóórkomen en de verspreiding van zeekoeten op het Friese Front en zeezoogdieren (bruinvis en zeehonden) op de Doggersbank en Klaverbank worden gevolgd. Hiervoor wordt aangesloten bij het algemene monitoringsprogramma van Rijkswaterstaat. In dit monitoringsprogramma is de monitoringsbehoefte van Monitoring Waterstaatkundige Toestand des Lands (MWTL), N2000, Kader Richtlijn Mariene strategie (KRM) samengevoegd tot 1 programma. Voor verschillende soortgroepen en habitats zijn specifieke monitoringsprogramma’s ingericht.
- Monitoring van activiteiten en mitigerende maatregelen: Hieronder verstaan we de monitoring van menselijke drukfactoren, zoals zeevaart, militaire activiteiten, aanleg en onderhoud (markering, kabels en leidingen, etc.), incidenten, etc. Wel is het van belang te weten dat we hier voornamelijk focussen op categorie 2* en categorie 4* activiteiten. Voor categorie 1* geldt dat er geen significante effecten kunnen optreden. Voor categorie 3* activiteiten is monitoring al als verplichting gesteld als de vergunning wordt afgegeven voor deze activiteit. De monitoringsverplichting ligt dan bij de vergunninghouder. Voorbeelden voor monitoring zijn:
- mijnbouw – aantal lozingen, plastic verontreinigingen.
- Militaire act. – explosieven ontploft (bijv. oude zeemijnen), locatie, mitigerende maatregelen, etc.
- Scheepvaart – intensiteit, vaarsnelheid, geluidverstoring, lichtverstoring, lozingen, etc.
* Iedere categorie staat voor bepaald type activiteiten:
Categorie 1: Vrijgestelde vergunningplichtige activiteiten, zonder specifieke voorwaarden.
Categorie 2: Vrijgestelde vergunningplichtige activiteiten, mét specifieke voorwaarden.
Categorie 3: Vergunningplichtige activiteiten die (afzonderlijk) vergunningplichtig blijven.
Categorie 4: Niet-vergunningplichtige activiteiten, wel mitigatie vereist.